Archeologisch rapport: Een verdwenen claustraal huis - Onderzoek op het Domplein
Hieruit een gedeelte van blz. 13 en 14.
Verder werden bij dit onderzoek [Van Giffen, 1949]
verschillende tufstenen en bakstenen muren
aangetroffen van een claustraal huis van het kapittel
van de Dom. Het claustrale huis Achter de Dom 2-4 lag
circa 8 m naar voren ten opzichten van de rooilijn van
de huizen Achter de Dom. Hierbij was voor de westgevel
van het huis gebruik gemaakt van de castellummuur.
De bovenste bewaarde laag van de castellummuur, die
eveneens uit tufsteenblokken bestaat, is onregelmatiger
van samenstelling en is post-Romeins. De bovenste laag
tufsteenblokken is onderdeel van de vroegmiddeleeuwse
herstelwerkzaamheden van de castellummuur of van het
claustrale huis Achter de Dom 2-4. Bij een verbouwing van
het naastgelegen claustrale hoekhuis uit 1879 Domstraat
8 werd in 1982 een bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd.
De middeleeuwse achtermuur van dat huis bleek
tot 1 meter boven de vloer uit massief tufsteen te bestaan
en oorspronkelijk bij (het zijhuis van) het genoemde
claustrale huis Achter de Dom 2-4 te hebben behoord. Deze
achtermuur ligt in het verlengde van de in 1949 door Van
Giffen aangetroffen muur en stond eveneens op de
castellummuur. Vermoedelijk is aanvankelijk de
castellummuur zelf tot op zekere hoogte gebruikt voor
de westgevel van het huis, gezien het bewaard gebleven
tufstenen deel van de muur in Domstraat 8.
Op basis van het bouwhistorisch onderzoek en de
bewaard gebleven restanten kan geconcludeerd worden
dat het huis Achter de Dom 2 kort na het midden van
de elfde eeuw is gebouwd of mogelijk net in de twaalfde
eeuw. In ieder geval pas nadat het immuniteitsterrein
rond 1050 tot buiten de castellummuur was uitgebreid.
Vervolgens hebben er verschillende verbouwingen
plaatsgevonden. Bij het metselen van de muren werd ook
in het begin van de dertiende eeuw gebruik gemaakt van
een soort kistwerkconstructie, waarbij de buitenzijde
netjes werd gemetseld en het binnenwerk bestond uit
baksteen en tufsteenbrokken met mortel. Om het huis er
toch statig te laten uitzien, werden de reuzenmoppen aan
de buitenzijde bekleed met tufsteenblokken. Het huis
werd omstreeks 1864 verbouwd waarbij de gevel verloren
ging maar de oorspronkelijke indeling behouden bleef. Dit
valt op te maken uit oude foto’s waarop de positie van de
ramen en de hoogte van de verdieping zijn af te leiden.
Bekend is dat het oude huis een trapgevel had die geheel
of gedeeltelijk met tufsteen bekleed was. Tussen twee
grote kloosterkozijnen op de zolderverdieping zat een
gebeeldhouwde nis met baldakijn voor een heiligenbeeld,
terwijl pinakels de hoeken en de top accentueerden.